top of page
Search
  • Writer's pictureLawTool

Dassonville

Updated: Jun 13, 2019


Samenvatting


Groothandelaar Dassonville importeert ‘Scotch Whisky’ van Frankrijk naar België. Deze whisky is ingevoerd zonder certificaat van oorsprong van de Engelse douane. Volgens Belgische wetgeving mag men iets niet zomaar ‘Scotch Whisky’ noemen zonder een officieel certificaat. Het is zelfs strafbaar om dit toch te doen. Dassonville heeft het vereiste certificaat zelf gemaakt en wordt in België vervolgd voor vervalsing en het ontbreken van de juiste papieren.


Dassonville betoogt dat het verbod in strijd is met het vrije verkeer van goederen, de regeling zou invoer uit andere landen dan het land van oorsprong volgens Dassonville beperken.


België is van mening dat de regeling geen inbreuk op het vrije verkeer van goederen maakt. De eis van certificaat van oorsprong zou geen beperking zijn, maar slechts een voorwaarde voor invoer vormen.


Rechtsvraag


Is een nationale regeling waarin de invoer van een waar met benaming van oorsprong wordt verboden wanneer daarbij niet gevoegd is een door de regering van het land van export afgegeven officieel stuk waaruit het recht op die benaming blijkt als een maatregel van gelijke werking en daarmee dus als een kwantitatieve beperking in de zin van artikel 34 VWEU?


Algemene vragen


1. Via welke procedure is deze zaak bij het HvJ gekomen?


De zaak Dassonville is via een prejudiciële vraag bij het Hof van Justitie gekomen.


2. Wat is de precieze casus?


Het arrest gaat om het vrije verkeer van goederen, dit mag een lidstaat niet beperken. In dit arrest heeft een lidstaat regels die de invoer van een goed bemoeilijken, dit is in strijd met het beginsel van vrij verkeer van goederen. Het Hof van Justitie (HvJ) geeft invulling aan het begrip ‘Maatregelen van gelijke werking als invoerbeperkingen.’


3. Hoe luidt het dictum en hoe komt het HvJ tot dit dictum?


Het HvJ overweegt dat iedere handelsregeling van de lidstaten die de handel op de interne markt rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren als een maatregel van gelijke werking als kwantitatieve beperking is te beschouwen. In andere woorden betekent dit dat handel niet door lidstaten mag worden belemmerd door middel van bewijsvoorschriften die een onredelijk zware last vormen of kunnen vormen.

Het HvJ overweegt vervolgens dat zolang een communautaire regeling ontbreekt waarin de consument wordt gewaarborgd voor de echtheid van de benaming van een product, een staat ter voorkoming van oneerlijke mededinging slechts redelijke maatregelen mag

nemen. Deze maatregelen mogen geen willekeurige discriminatie of een verkapte beperking van het vrije handelsverkeer vormen.


Van een onredelijke belemmering is sprake als aan een bepaalde formaliteit alleen door rechtstreekse importeurs kan worden voldaan, en bijvoorbeeld niet, of met veel moeite, door groothandelaren die een lidstaat als tussenschakel gebruiken. Dit betekent dat een lidstaat van de EU in beginsel dus vrij van beperkingen moet toestaan dat goederen ingevoerd worden, wanneer zij eenmaal in een andere lidstaat rechtsgeldig in het vrije verkeer zijn gebracht. De strafrechtelijke vervolging van Dassonville door België is dan ook in strijd met het vrije verkeer van goederen.



4 views0 comments

Recent Posts

See All

Gebhard

Cilfit

Post: Blog2_Post
bottom of page