Samenvatting
Dit arrest is een aanvulling op het arrest Cassis de Dijon, de uitzondering die niet in artikel 36 VWEU staan mogen niet discriminerend zijn, moeten van dringend algemeen belang zijn, het moet een geschikt middel zijn en evenredig zijn.
Gebhard is in Duitsland als advocaat ingeschreven bij de balie van Stuttgart. Hij werkte sinds 1978 bij een advocatenkantoor in Milaan, waar hij van 1980 tot 1989 maat was. In 1991 dient hij een verzoek in om ook bij de balie te Milaan ingeschreven te worden. Dit op basis van de erkenning van diploma's uit het buitenland zolang die aan de voorwaarden voldoen en het feit dat hij reeds tien jaar in de beroepspraktijk werkzaam is geweest. Op dit verzoek wordt geen reactie gegeven en vervolgens start de desbetreffende tuchtprocedure.
Rechtsvraag
Valt de situatie van Gebhard onder de vrijheid van vestiging of onder het vrij kunnen verrichten van diensten?
Algemene vragen
1. Via welke procedure is deze zaak bij het HvJ gekomen?
De zaak Gebhard is via een tuchtprocedure bij het Hof van Justitie gekomen.
2. Hoe luidt het dictum en hoe komt het HvJ tot dit dictum?
Indien een onderdaan van de EU een duurzame beroepswerkzaamheid uitoefent in een andere lidstaat waarbij hij zich vanuit kantoor richt tot onder andere de onderdanen van die lidstaat, dan valt dit onder het recht van vestiging. Het valt dus niet onder het vrij verkeer van diensten. Het onderscheid tussen de twee is gebaseerd op een al dan niet tijdelijk karakter. Het vrij kunnen verrichten van diensten impliceert een tijdelijk karakter, de vrijheid van vestiging een duurzaam karakter. De volgende factoren helpen bij het bepalen wat het karakter van een werkzaamheid is:
- de duur van de dienstverrichting
- de frequentie van de dienstverrichting
- de periodiciteit van de dienstverrichting
- de continuïteit van de dienstverrichting
Begeeft een dienstverrichter zich naar een andere Lidstaat, dan gaat men er van uit dat hij deze de dienst slechts tijdelijk verricht. Indien voor een dienst een zekere organisatie noodzakelijk is, zoals een kantoor, dan kan het verkrijgen van deze organisatie aantonen dat de werkzaamheden niet langer tijdelijk zijn maar duurzaam. In dat geval vallen zij dus onder de vrijheid van vestiging. Bij Gebhard is duidelijk dat hij zijn activiteiten duurzaam uitoefent, onder andere door het verkrijgen van een kantoor. De mogelijkheid
om dit recht van vestiging uit te oefenen moet worden bekeken aan de hand van de werkzaamheden die de onderdaan in de desbetreffende Lidstaat uit wil oefenen. Nationale maatregelen die deze vrijheid kunnen belemmeren of minder aantrekkelijk kunnen maken moeten aan vier voorwaarden voldoen:
- zij moeten zonder discriminatie worden toegepast
- zij moeten hun rechtvaardiging vinden in dwingende redenen van algemeen belang
- zij moeten geschikt zijn om het nagestreefde doel te waarborgen
- zij mogen niet verder gaan dan noodzakelijk is
De kennis, diploma's en kwalificaties van de desbetreffende dienstverlener moeten bij deze beslissing meegenomen worden door de Lidstaat
